background

elkom bij CO-OP Champions; mijn naam is Onno van Bekkum. In oktober 1991 kwam ik in aanraking met de coöperatie, in de eindfase van mijn studie Agrarische Economie in Wageningen. Het vraagstuk dat me in die tijd bezig hield, was dat van eerlijke boerenprijzen in door grote inkoopmachten gedomineerde landbouwketens. De (Europese) overheid zorgde voor marktevenwicht, maar begon terug te treden uit landbouwmarkten. Toen ik op dat moment de coöperatie tegenkwam, dacht ik: “hee, dat is een mooi model; dan kunnen de boeren het zelf organiseren”. Er was in die jaren een ware fusiegolf gaande; coöperaties werden grote partijen die zelf voor marktevenwicht konden zorgen..

Ik heb de coöperatie daarna eigenlijk niet meer los gelaten. Er volgde en promotie-onderzoek over de strategieën en structuren van de grootste zuivelcoöperaties in de wereld en hoe die onder invloed van deregulering van het landbouwbeleid nieuwe vormen aannamen.

Na mijn proefschrift bouwde ikmijn onderzoek uit met gaandeweg mogelijk ’s werelds grootste database over food & agri coöperaties wereldwijd en werkte jarenlang aan ranglijsten van de grootste 100 coöperaties van Nederland; de grootste 100 food & agri coöperaties van Europa; de 50 grootste zuivelcoöperaties van de wereld; de grootste 300 coöperaties van de wereld—als het maar groot was. Van de ontvouwende verhalen van deze organisaties was heel veel te leren.

Het gesprek dat ik voer(de) was/is vooral met directies en ledenbestuurders van deze grotere, gevestigde coöperaties als mijn klanten gedurende de jaren: FrieslandCampina, Rabobank, The Greenery, Fruitmasters, Agrico, Nedato, FloraHolland, Avebe, Cosun, CRV, Dumeco/Vion, Agrifirm, FromFarmers, DOC, CONO, CNC, ABZ en de kleinere voercoöperaties, AB Noordwest, Boer en Zorg, De Nieuwe Band/Odin enz. Inhoudelijk vooral over ledenfinanciering, ledenbetrokkenheid, ledenvoordeel en verschillende aspecten van de governance—altijd in relatie ook tot de strategie van de onderneming.

Vanaf het VN-Internationale Jaar van de Coöperatie (2012) ben ik geleidelijk aan meer aandacht gaan krijgen ook voor de nieuwe coöperaties in de volle breedte van de economie en als onderdeel van de transitieprocessen die plaatsvinden. Het helpen bij de oprichting van nieuwe coöperaties en het begeleiden van jonge besturen was een logisch vervolg op de vragen die steeds meer binnenkwamen.

Ik werd zelf bestuurlijk en als kwartiermaker actief in een landelijke coöperatie van en voor gebiedsgerichte coöperaties, De Coöperatieve Samenleving, en in eigen gebied: Coöperatie Bommelerwaar, waar o.a. een écht coöperatief, ‘local for local’-energieconcept ontwikkelde en we vervolgens ons eigen windpark door de gemeenteraad kregen.

Het is een boeiende verbinding en wisselwerking tussen het coöperatieve ‘oud en nieuw’ en ook in de toenadering van maatschappij en coöperatie zijn vele mooie bijdragen te leveren.